Back to overview
Vlad sargu Itph H2l Gzu I unsplash4

Nieuw pensioenstelsel vraagt slim vijfjarenplan

De Nederlandse regering en de sociale partners zijn het in 2020 eens geworden over de grote lijnen van een pensioenhervorming die op 1 januari 2026 volledig in werking moet treden. Dit betekent vijf drukke jaren voor de pensioenfondsen en verzekeraars, en niet in de laatste plaats voor hun IT-afdelingen. Hein Bleeksma van Ensur Nederland somt alvast de aandachtspunten op.

De huidige IT-systemen, voor het huidige pensioenstelsel, raken stilaan verouderd. Bovendien is het nieuwe pensioenstelsel in nagenoeg ieder aspect verschillend van het oude. Om maar één voorbeeld te geven: er zijn geen collectieve potten meer, iedereen bouwt een eigen pensioen op. Dit principe is eenvoudig maar heeft enorme gevolgen wat betreft de informatie die moet worden ingezameld, verwerkt, bewaard en gegeven. De vele tientallen Nederlandse pensioenfondsen en verzekeraars wacht een investering die heel veel tijd en honderden miljoenen euro’s zal kosten.

Bleeksma wil het vooral hebben over het praktische werk dat fondsen en verzekeraars te wachten staat, maar daarvoor moet eerst even gekeken worden naar wat de hervorming inhoudt. Het grote doel is eenvoudig: Nederland heeft een heel goed pensioenstelsel, maar het is te duur voor de toekomst. Daarom zijn nu nieuwe hoofdlijnen uitgewerkt:

  • de basis is een gelijkblijvende beschikbare premie. De hoogte van de premie kan wel om de vijf jaar aangepast worden aan veranderde omstandigheden.
  • de premie wordt per deelnemer in een potje gedaan. Er is wel collectief beleggingsbeleid.
  • de deelnemers hebben geen garantie meer, er wordt gewerkt met een ‘projectierendement’.
  • schommelingen in resultaten hebben vrijwel direct impact op de hoogte van de pensioenen.
  • met een solidariteitsreserve is intergenerationele risicodeling mogelijk.
  • voor het nabestaandenpensioen na pensionering is een deel van de beschikbare premie voorzien, voor NP voor pensionering kan een risicoverzekering opgenomen worden.
  • ook voor de premievrijstelling invaliditeit kan een risicoverzekering opgenomen worden.
  • oude rechten kunnen worden ingevaren, waarbij de juistheid van de hoogte van de oude rechten moet worden gegarandeerd.
  • het fiscale kader en het toetsingskader worden aangepast.

Let wel, dit zijn slechts de hoofdlijnen. Die moeten in 2021 worden omgezet in gedetailleerde wetgeving. De kans dat er nog heel wat wijzigt is, mede dankzij de val van het kabinet, groot. Maar omwille van de omvang van de taak, moeten fondsen en verzekeraars wel reeds vandaag aan de slag, aldus Bleeksma. In een recent commentaar had Het Financieele Dagblad het over een ‘megaklus’, zelfs voor wie goed is voorbereid. De krant waarschuwt politici voor ‘te ingewikkelde wetgeving’.

Fondsen en verzekeraars

Hein Bleeksma stelt dat fondsen en verzekeraars niet op gelijke voet aan de start komen. Zo staat centraal in de hervorming de vereenvoudiging van een veralgemeend werken met DC (defined contribution, vaste premie). Dit zou voor verzekeraars weinig problemen mogen opleveren. Zij zijn al jaren bezig met het maken van de omslag van DB (defined benefit) naar DC. Voor de fondsen is dit wel een belangrijke nieuwigheid, omdat zij momenteel nog werken met DB of CDC (collective defined contribution), en bovendien veelal met doorsneepremies.

Nog een verschil is de beleggingspot per deelnemer. Ook dit is voor de verzekeraars niet nieuw, ze doen dit al met de unit linked gebaseerde pensioenregelingen. Opnieuw is dit voor de fondsen wel een nieuwe stap.

Lauren mancke a OC7 TS Lb1o8 unsplash

Hoofdlijnen

Toch zijn voor zowel de fondsen als de verzekeraars de meeste hoofdlijnen van het nieuwe stelsel anders dan vandaag, en moeten de bestaande geautomatiseerde systemen dus in die zin worden aangepast. Iedere functionaliteit moet worden bekeken en gewijzigd.

Jan Meeuwsen, Enterprise Architect en pensioenspecialist van Ensur, geeft aan dat een extra probleem daarbij is dat in het nieuwe stelsel veel keuzemogelijkheden zijn voorzien: de keuze tussen twee soorten pensioencontracten, de keuze tussen wel of niet invaren van bestaande rechten, de keuze voor het al dan niet opnemen van een bedrag bij de pensionering, … Dit betekent dat per fonds of per werkgever bij een verzekerde regeling de inregeling van het geheel verschillend kan zijn. In ieder IT-pakket moet dus flexibiliteit voorzien worden. Eerdere ervaringen, bijvoorbeeld met de invoering van een flexibele pensioenleeftijd, hebben geleerd dat dit makkelijker gezegd dan gedaan is.

Klaar op 1/1/26

Een belangrijke beslissing die al genomen is, is dat op het moment van de overgang naar het nieuwe stelsel, op individueel niveau moet worden bepaald wat de effecten ervan zijn. Per persoon moet duidelijk zijn wat zijn/haar kapitaal of ‘voor uitkering gereserveerd vermogen’ wordt na (eventueel) invaren, en wat de eventuele compensatie is.

Dit betekent niet minder dan dat op het moment van de transitie er geen achterstanden meer mogen zijn in de administratie en dat de in te varen kapitalen gegarandeerd de juiste waarde moeten hebben. Dit lijkt logisch maar is voor zowat alle fondsen verzekeraars een ernstig probleem, aldus Meeuwsen, omdat in de loop der jaren de bestaande administratie ‘vervuild’ is geraakt.

De bestaande administratie bestaat vaak uit vele losse systemen. De rechten van deelnemers zijn over diverse systemen verdeeld. En bovendien zijn bij veel fondsen en verzekeraars de werknemers die vertrouwd zijn met deze legacy systemen met pensioen, of bijna met pensioen.

Dit zorgt voor een belangrijk huiswerk voor fondsen en verzekeraars: een speciaal traject moet worden opgestart om ervoor te zorgen dat de data op orde gebracht worden, en dat de kwaliteit van de data behouden blijft over de jaren. Beter vandaag dan morgen wordt gestart met projecten om de kwaliteit van de data op te krikken, zodat met de juiste data kan worden gewerkt bij de berekeningen die nodig zijn voor de besluitvorming rondom het pensioenakkoord.

Fondsen en verzekeraars moeten vanaf nu -individueel en soms collectief- bekijken wat ze moeten doen, en hoe ze dat zullen doen. Ook al moeten nog veel details beslist worden op politiek niveau, de opbouw van nieuwe IT-systemen op bedrijfsniveau moet nu opgestart worden.

De complexiteit inzake IT is, aldus het reeds vermelde commentaar van Het Financieele Dagblad ‘reden om in het wetgevingstraject dat volgende maand begint met een consultatieronde, volop rekening te houden met de uitvoeringsaspecten. En te voorkomen dat de Tweede Kamer over een aantal jaren hoorzittingen houdt over de vraag hoe het mis kon gaan’.

Indien u hulp nodig heeft bij deze complexe uitdagingen, staat Ensur voor u klaar. Onze contactgegevens vindt u op de site, maar u kunt ook rechtstreeks contact opnemen met Hein Bleeksma door een mail te sturen naar hein.bleeksma@ensur.nl.

About

Back to overview

Ensur uses cookies on its website to make your browsing experience more enjoyable. By continuing to browse the website you agree to the use of cookies. More info.